Wat zijn nutriënten
Nutriënten zijn voedingsstoffen. Voedingsstoffen zijn onmisbaar voor de groei en de instandhouding van het lichaam. Het menselijk lichaam heeft ongeveer vijftig verschillende voedingsstoffen nodig. Daarvan kan het lichaam de meeste niet, of onvoldoende, zelf maken.
Planten
Planten nemen hun voedingsstoffen op twee manieren op:
- Met hun bladeren halen planten koolstofdioxide uit de lucht.
- Met hun wortels nemen ze water en de daarin opgeloste mineralen op.
Uit de kooldioxide en het water maken planten in hun bladeren glucose aan, dit doen ze met behulp van zonne-energie. Dit biochemische proces is de bekende fotosynthese. De aangemaakte glucose dienen niet alleen als brandstof voor de plant, maar worden ook in de plant opgeslagen als koolhydraten en in mindere mate als vetten, als voedingsstof voor plant etende dieren. Daarnaast maakt de plant uit glucose ook aminozuren en vervolgens eiwitten aan.
Dieren
Dieren halen hun voedingsstoffen uit plantaardig en/of dierlijk voedsel. Na het innemen worden deze stoffen via de spijsvertering afgebroken waarna de vrijgekomen biomoleculen en mineralen naar de cellen in de verschillende eigen weefsels worden vervoerd.
Soorten nutriënten
In het geval van mens en dier kunnen voedingsstoffen worden onderverdeeld in macronutriënten en micronutriënten.
Macronutriënt
Macronutriënten zijn voedingsstoffen die het lichaam in grote hoeveelheden nodig heeft.
- Koolhydraten
- Vetten
- Eiwitten
Macronutriënten zijn de energieleverende voedingsstoffen.
Water
Water vormt, naast eiwitten, het belangrijkste bestanddeel van de celinhoud van alle soorten een- en meercellige organismen. De gemiddelde celinhoud bestaat voor tweederde uit water.
In het menselijk lichaam
Vitamines, mineralen en water kunnen via de darmwand direct worden opgenomen in het bloed. Andere voedingsstoffen worden, voor zover nodig, eerst door het spijsverteringskanaal afgebroken.
Reserves
Het menselijk lichaam heeft een systeem om voedingsstoffen op te slaan. Vet wordt onder de huid en rondom organen opgeslagen, koolhydraten als glycogeen in de spieren en in de lever. Ook sommige vitamines worden in de lever opgeslagen. Botten zijn een opslagplaats voor calcium. Bij gebrek aan voedingsstoffen kan het menselijk lichaam deze reserves aanspreken.